Mosje en Reizele

door Karlijn Stoffels

Een boekbespreking

Mosje Schutser is bijna 14 jaar en wanneer zijn ouders gestorven zijn moet hij naar het weeshuis in Warschau. In het weeshuis is dokter Korczak de baas. Wanneer Mosje daar aankomt, vinden de andere jongens hem maar stom. Ze mogen hem helemaal niet, pikken aardappels van zijn bord en dreigen hem in elkaar te slaan. Maar Mosje kan het allemaal niets schelen, hij vindt het weeshuis maar raar en is van plan weg te lopen.

Al op de eerste dag komt hij Reizele tegen, maar vindt haar een vreemd meisje dat als enige van de meisjes een lange vlecht heeft. Als hij in het weeshuis komt moet hij zich uitkleden, wordt hij gewassen en geknipt.

In het weeshuis zijn enkele verplichtingen. Elke wees moet naar de Joodse school gaan en het is verboden om overdag op de slaapkamers te komen, helemaal op de meisjesslaapkamer.

Als Mosje op een dag aan het voetballen is trapt hij zo hard tegen de bal dat die door een van de ramen van het weeshuis gaat. Hij weet dat meneer Zalewski over de ruiten gaat en staat al in gevechtshouding als Zalewski op hem afkomt. Maar Zalewski slaat hem niet, Mosje moet een nieuw kozijn timmeren voor het raam. Dat is toch aan vervanging toe. Behalve een nieuw kozijn timmeren moet hij ook nog koeken bakken voor iedereen in het weeshuis. Dat vindt hij meidenwerk. De andere wezen pesten hem dat hij koeken moet bakken en ze zeggen ook dat hij op Reizele is. Maar hij zegt van niet.

Esther is een vriendin van Reizele. Haar ouders zijn in de oorlog omgekomen. Esther plakt aan Reizele vast, want overal waar Reizele heen gaat, gaat zij ook heen. Ze praat tegen niemand en alleen Reizele mag haar helpen en naast haar aan tafel zitten, verder niemand.

Na een paar dagen in het weeshuis vindt Mosje Reizele toch wel aardig. Hij heeft zelfs een paar poppenkastpoppen gemaakt en dat vindt Reizele zo geweldig dat ze hem bedankt met een zoen.

Als een van de wezen iets gedaan heeft wat niet mag, moet hij of zij voor de rechtbank van het weeshuis verschijnen. Mietek moet bijvoorbeeld voor de rechtbank verschijnen omdat hij twee keer een avond is weggebleven. Hij zegt dat hij alleen maar de rivier wilde zien. Hij krijgt een waarschuwing van dokter Korczak en die zegt dat als hij nog een keer zou weglopen ze hem helemaal niet meer gaan zoeken en dat hij zichzelf maar moet redden.

Mosje timmert allerlei dingen, zoals poppen voor de poppenkast en een ladekastje voor Reizele voor als ze jarig is. Daar kan ze dan haar spullen in opbergen als ze die heeft. Er zijn maar twee dingen in het weeshuis die Mosje leuk vindt, dat is dat hij zelf dingen van hout mag maken en Reizele. Verder zijn alle dagen in het weeshuis hetzelfde. De ene dag in de keuken helpen en de andere dag schoonmaken.

Op een dag gaan de kinderen op zomerkamp bij een boerderij. Ze mesten allemaal de stallen uit, plukken fruit en melken de koeien. Als Mosje en Reizele aan het lopen zijn, vraagt Mosje of Reizele samen met hem wil weglopen. Maar Reizele zegt dat ze dat niet kan. Ze kan de kinderen en Esther niet alleen laten, ze hebben haar nodig.

Als ze weer terug zijn in het weeshuis, krijgen ze het bericht dat ze moeten verhuizen. De Duitsers willen een getto maken in de Jodenbuurt. De Joden die buiten het getto wonen ruilen met huizen van Polen die in het getto wonen. Iedereen gaat zijn spullen pakken en Mosje besluit dat dit zijn kans is om te ontsnappen. Hij zegt met een brok in zijn keel Reizele gedag en vertrekt.

Via een man, Tadeusz, krijgt Mosje een andere naam: Marek Jankowsky. Hij werkt nu als koerier en moet papieren rondbrengen. Hij krijgt ook nog een opdracht van de dokter, hij moet liedjes gaan ophalen (dat waren geheime boodschappen in de vorm van liedjes). Hij gaat naar Krakau om de liedjes op te halen. Eenmaal daar aangekomen ontmoet hij de dochter van Gebirtig. Zij geeft hem de liedjes en het liedje Reizele. Dan vertrekt hij naar het platteland van Polen.

Eenmaal op het platteland aangekomen krijgt Mosje (Marek) werk op een boerderij. Op de boerderij is een meisje, Kasia, dat Mosje een leuke jongen vindt. Maar Mosje vindt haar niet leuk. Hij werkt een paar dagen op de boerderij maar als Kasia erachter komt dat hij joods is, vlucht hij weer.

Na een tijd rondgedwaald te hebben, loopt hij het bos in. Daar overnacht hij en wanneer hij wakker wordt, hoort hij honden in de verte blaffen. Hij staat meteen op en begint te lopen. Na een tijd ziet hij een soldaat te laat en botst bijna tegen hem op. De soldaat fouilleert Mosje snel en duwt hem voor zich het pad op. Ze komen bij een vervallen schaapskooi waar drie militairen rond een kist zitten. Mosje moet zich uitkleden en ze zien dat hij besneden is. De militairen blijken geen Duitsers maar joden te zijn. Mosje wordt door de militairen naar Warschau gebracht en komt terug bij Tadeusz.

Daarna heeft Mosje nog een paar maanden berichten weggebracht, mensen naar hun onderduikadres begeleid en wapens gehaald. Na die tijd gaat hij weer terug naar het getto nadat hij zijn contactpersoon gesproken heeft. Hij gaat naar het weeshuis en ziet daar Reizele oefenen met haar klasje. Haar doffe vlecht hangt op haar rug en de strik ziet er verwassen uit. Mosje geeft het liedje aan Reizele en vertrekt weer.

Jaren later in 1995 is er een bijeenkomst van overlevenden uit het weeshuis van dokter Korczak. Mosje en Reizele zien elkaar daar ook weer terug. Mosje herkent haar aan haar grijze vlecht.